Er
moet ergens worden begonnen en bij een versterker is dat meestal met
een maagdelijke chassisplaat.
De plaat die ik hier gebruik was eigenlijk al voor een andere versterker
bedoeld, eentje die niet verder kwam dan goede bedoelingen. Aan de
gaten is te zien dat er voor een ander type trafo was gekozen. Welke?
Dat zullen we nooit weten, ik heb de plaat ook slechts gekregen. Zonde
om een mooi koperen chassis niet te gebruiken toch?
Nou, had ik alles geweten, dan was er gewoon met een maagdelijke plaat
begonnen. Het aanpassen was veel meer werk dan een nieuw chassis maken.
Let dus niet op de grote rechthoekige gaten, maar kijk even bij het
project van Stanley en Oliver voor de voedingstrafo montage zoals
ik het normaal toepas.
De uitgangstrafo's kunnen ook
plat op het chassis gemonteerd worden, waardoor de aansluitingen door
de chassisplaat steken en het cosmetisch met een mooi trafokapje wordt
afgemaakt. Voor het type UGT die in deze versterker gebruikt worden,
is een bijpassend hoedje verkrijgbaar. Vergeet niet de kap eerst even
mooi in de gewenste kleur te spuiten, voordat je alles vastschroeft.
Het aantal detailfoto's zal misschien
wat extreem lijken, maar een plaatje verteld vaak meer dan duizend
woorden, en dat scheelt mij weer een RSI aanval...
Dit is een versterker die zeker ook novice in de buizenhobby zal kunnen
aanspreken, en daarom liever wat meer foto's.
|
Hier
zijn alle kanten van de geboorde en gespoten chassisplaat te zien.
Voor de plaat naar de spuitcabine (mijn schuurtje dus...) gaat, schuur
ik het eerst een beetje op met een niet te grof schuurpapiertje. Dan
goed ontvetten met wasbenzine en vervolgens een laag 'primer' spuiten.
Niet te dik en gelijkmatig. Daarna komt de gewenste kleur, in meerdere
dunne laagjes gespoten. Na een uurtje drogen maak ik het af met transparante
lak. Ook een paar lagen, die om het half uur worden aangebracht. Het
is leuk werk om te doen en zeker niet moeilijk. Het belangrijkste
is dat de lagen niet te dik gemaakt worden, voor je het weet zijn
er uitlopers. En als er iets lelijk is?...
Ik koop de lak en
primer, in spuitbusvorm, in de plaatselijke autoaccessoires handel.
Van het merk: 'Motip'. Als daar niet je gewenste kleur bijzit moet
je wel een heel bizarre smaak hebben... En
wat voor zelfbouwers een groot voordeel is? Je kan het helemaal zo
maken zoals je zelf graag wilt, in je eigen stijl...
|
Wacht
vervolgens een dagje tot de verf goed droog is, maar houdt in het achterhoofd
dat het langere tijd duurt tot het geheel uitgehard zal zijn. Voorzichtig
blijven dus. |
Nu
komt het mooiere werk..... vind ik tenminste... |
Een
voedingstrafo,hoe mechanisch stil ook, hoort volgens de wet van TD op
rubber te staan. Om een goede ontkoppeling te krijgen. Draai de montagebouten
en moeren waar de trafo mee gemonteerd wordt niet te strak aan, want
dan gaat gelijk het ontkoppeleffect weer verloren. Zelf doe ik een druppel
'loctite' aan de bouten en draai de moeren handvast. De trafo staat
een beetje flexibel op het chassis. |
Hier
zijn de meeste delen al op de plaat geschroefd en zie je mooi hoe
onhandig de al aanwezige gaten er zitten. Met een paar aluminium strips
heb ik de UGT's pas moeten maken. Geen leuk werk... en het staat ook
nog rommelig.

Hier een detail van een buishoudergat
met de gaten van de koeling.
|
  |
Hiernaast
zie de de Alps potmeter en rechtsboven de ingangskeuze schakelaar
op een haaks gebogen beugeltje gemonteerd. Dat zijn omgebogen slotplaatjes
uit de bouwmarkt.... Het sleufvormige gat maakt justeren van de potmeter
en schakelaar heel simpel. In de bankschroef werd de hamer even ambachtelijk
gebruikt om het 90 graden om te zetten.
|
  |
Het ster-aarde punt.
Samengesteld uit meerdere enkelvoudige montage stripjes. Gekocht in
de elektronicawinkel. Boutje er door, moertje er op, solderen en klaar.
Daarna met een kartelbout aan het chassis schroeven, zo stevig mogelijk.
Dit móet goed contact maken. |
Het
chassis was al uitgevoerd met gaten voor Octal buishouders, en zoals
je hebt kunnen lezen, ben ik daar ook mee van start gegaan, met twee
6SL7 dubbeltriodes. Helaas, in dit geval, is de ECC99 met Noval voeten
uitgerust. Een paar verloopplaatjes van teflonplaat bracht de oplossing.
Gewoon een plaatje aluminium kan natuurlijk ook. |
De
aansluitingen voor de luidsprekerterminals. Let op de dubbele nul-draad.
Eén daarvan gaat naar het ster-aarde punt en ligt dus aan massa.
Ik gebruik hier gewone 16 ampére instrumentklemmen. Degelijk
en goed. Te koop in iedere elektronicawinkel en bij bijvoorbeeld Corad
in Boekelo....
|
De
keuzeschakelaar kan het beste als een van de eerste worden bedraad,
als je overal nog prettig bij kunt. Let wel op de dat je het linker
en rechterkanaal goed om soldeert. Niet kruislings....
De schakelaar hier is een zogenaamde
2x6 type. Ofwel, 2 moedercontacten en 6 standen. Onder de montagemoer
zit een ring waarmee het gewenste aantal standen kan worden ingesteld
tussen 1 en 6. Te koop bij de al bovengenoemde adressen....
|
Ik
mag normaal graag een euro chassisdeel gebruiken, ook om gemakkelijk
het netsnoer los te kunnen koppelen als er weer eens geprutst moet
worden aan het apparaat. Maar hier heb ik een stevige wartel gebruikt,
met een degelijke netkabel. Een zekeringhouder is uiteraard standaard....
Deze Annastasia versterker komt
normaal gezien, hoop ik, toch niet zo vaak van haar plaats...
|
Dan
gaat de de houten behuizing er om en wordt vastgeschroefd aan de boven
en achterkant.
De volumeregelaar en ingangschakelaar krijgen een verlengde as om
de bedrading hier kort te kunnen houden. De voedingelco's krijgen
hun plaats. Omdat de hier gebruikte Philips condensatoren mooi compact
zijn, mag het geen probleem zijn om ze zo dicht mogelijk bij de punten
te plaatsen waar ze nodig zijn. Voorkom onnodig lange bedrading....
De twee smoorspoelen zijn tegen de zijkanten van kast geschroefd.
Let op: voor dat de chassisplaat vastgezet werd. Dan kunnen de vier
voor montage gebruikte zelftappers nog goed worden aangedraaid.
|
De
drie transformatoren zijn al op de bovenplaat geschroefd. De middelste,
de voedingstrafo staat zoals eerder beschreven op rubber Jules. Hieronder
zie je de trafo's nog eens in close up. Let vooral bij de uitgangstrafo's
(rechts) op de bedrading. De secundaire wikkeling worden parallel gezet.
Vergeet hier geen draadbrug. Als je de UGT's platliggend monteert, lijkt
dat mooi strak, en maakt dat de bedrading makkelijker. De kernen staan
dan bovendien onder 180 graden ten opzichte van elkaar. Door het gebruik
van dit chassis was dat hier niet mogelijk, helaas... Gelukkig staan
de trafo's ver genoeg uit elkaar om geen merkbare invloed op elkaar
uit te oefenen. Maar gedraaid is idealer.... |
  |
Voor
het een beetje al te veel wordt, gaan we verder in deel 2.... |
|