Triode Dick's Page
Cleo 4
Voorversterker
De Cleo 4 voorversterker is een Cleo 3 in dubbel mono uitvoering. Zo lijkt het tenminste. Maar er is meer. De nieuwe "vier" heeft zoals je ziet veel meer buizen op zijn chassis. Zijn die allemaal nodig? Nee, maar het schept wel de mogelijkheid een RIAA phonotrap in te bouwen, en eens buisjes zoals de verschillende 6SN7 types uit te kunnen proberen. Ik heb er een paar extra octal voeten voor aangebracht. Ook kan bijvoorbeeld vlot een direct verhit buisje met een UX4 voet gebruikt worden in plaats van de B406 met zijn Europese 4 pin. Ik heb dus de mogelijkheid open gehouden andere buisjes in te zetten. Bijvoorbeeld voor een vergelijkende luistertest.
Ook octal type mu-stage penthodes kunnen naar hartelust uitgeprobeerd worden. Maar dat alles is natuurlijk niet nodig. Ik kan ook de mu-stage lijntrap zoals je op de eerste rij ziet gebruiken. Daarachter een phono trap opbouwen en als laatste een 6SN7, in kathodevolger geschakeld, als buffer voor de laagversterker gebruiken.
De voeding is veel uitgebreider dan die van de Cleo 3. De dubbel mono opzet blijkt toch wel voordelen te bieden. Ik vind nu na een week of 8 gebruik van de "vier" dat deze nog wat makkelijk speelt, wat meer rust geeft en de details een tikje duidelijker zijn. Ik kan hier natuurlijk de overdreven audiofiel uithangen en met grote gebaren gaan verkondigen dat de "drie" compleet wegespeeld wordt, nergens meer op lijkt etc. Maar dat is klinkklare nonsens. Zou ik drie jaar naar een k*tversterker hebben geluisterd... De Cleo 3 doet het allemaal heel fraai, maar net wat minder dan de nieuwe 4. Voor een winst van 20 procent moet je 200 procent aan extra werk materiaal enz. inzetten. Is het je dat niet waard? Ga voor de Cleo 3 opzet. Het zal je niet tegenvallen. Wil je het uiterste uit je voor versterker, dan is de Cleo 4 een mooie optie.
Deze Cleo 4 is zo je kunt zien op een twee chassis behuizing. Een voor de
voeding en een voor de eigelijke versterkerschakeling. De beide apparaten
worden met behulp van twee kabels aan elkaar verbonden. Een kabel voert de
hoge voedingspanning, de andere de lage gloeispanning voor onder andere de
direct verhitte triodes. Ik heb die bewust gescheiden gehouden om invloeden
tussen elkaar zo laag mogelijk te houden. En dat lukt prima, de versterker
is ondanks het ontbreken van een gereguleerde hoogspanning erg stil.
Het voedingsdeel bevat de twee identieke voedingstrafo's, twee RGN 1064 gelijkrichters, vier papier in olie condensatoren en twee smoorspoelen van 20H. De eventuele laatste oneffenheden worden op het versterkerdeel nog eens de toegang moeilijk gemaakt door nogmaals een smoorspoel/condensator combi. Verder zit er in het
voedingsdeel de gelijkrichting voor de gloeispanning. De stroombronvoeding
heb ik vlak voor de B406 gezet. Maar de benodigde spanning wordt al gestabiliseerd
in de voedingskast. Alle voedingslijnen worden wel weer goed ontkoppeld aan
het eind van de bedrading. Dat voorkomt dat draden zich als antenne gaan gedragen
en brom en andere rommel oppakken. Heeft het zin om voor die grote (fysiek)
papier in olie condensatoren te gaan? Dat ligt aan de gebruiker. Ze zijn echt
lomp groot in vergelijk met andere c's zoals elco's of Solen MKP's. Maar klankmatig
vind ik zelf dat ze geen gelijke kennen. Ik krijg nog MKP in olie c's de komende
week, gewoon nieuwe productie en dus makkelijker te vinden. Ook die zal ik
eens flink aan de tand gaan voelen. Er gaan positieve verhalen over deze c's,
er is dus hoop.
Het schema van het versterkerdeel kun je hier vast bekijken. En van de voeding.