Triode Dick's Page
De
grote kleine stuurbuizentest
Triode Dick's favoriete
stuurbuisjes
Update:12-3-2002
Deel 2 (alle
buizen op een rijtje)
Majestic
27 globe: Ja, inderdaad.
Dit is de meshplate triode waar ik vaker op deze homepage enthousiast over
schrijf. Een fantastische buis die alles heeft wat een muziekliefhebber
nodig heeft. De oude globe doet alles nóg mooier dan de latere gangbare
uitvoering.. Met een vloeiender weergave, en meer ruimte lucht. Maar helaas,
de mesh plate globe 27 werd voor het laatst gemaakt begin jaren dertig,
van de vorige eeuw. Maar het is de zoektocht méér dan waard. De levensduur
is boven verwachting. De 27's van Cunningham en RCA (resp. 327 en 227 genummerd),
zijn even voortreffelijk. Ik soldeer vaak wel de voet opnieuw door. Het
tin is na 70 jaar niet meer in optimale conditie. Oud tin eerst goed verwijderen.
Dan de aansluitingen weer van nieuw tin voorzien. Kan het tin weer 70 jaar
mee….. Veel storingen ontstaan op dat punt en zijn meestal vlot te verhelpen.
Majestic was een eigenzinnige fabrikant. De constructie is fantastisch en
duurzaam. De ceramische kathode gloeit pas na een paar minuten op en is
door de mesh anode heen zichtbaar. De buis is een echte slowstarter. Wacht
dus een paar minuten voor je de hoogspanning bijzet. Het geduld wordt beloond
met een lang muzikaal leven. De 27 was de eerste indirect verhitte triode
in de buizenwereld. In eerste instantie waren er isolatieproblemen met de
gloeidraad. Toen die opgelost waren bleek de opwarmtijd aan de (te) lange
tijd te zijn. De gloeistroom vond men op de duur ook aan de hoge kant met
1,75 Ampère. Een groot voordeel was en is dat er gewoon wisselspanning op
kan, zonder de gebruikelijke brom die je dan hebt met direct verhitte kathodes.
Bedenk dat er 70 jaar geleden geen grote capaciteiten als nu te verkrijgen
waren. 10uF was al heel veel. Vandaag krijg je ook een DHT fluisterstil
met een regulator en/of stroombronvoeding. Deze superbuis krijgt: 95
punten.
Cunningham
76: En latere ontwikkeling van de 27. Met een wat hogere versterking.
En met een 6,3 Volt/ 300mA gloei, heel praktisch. Niet de ultieme klasse
van de 27 globe, maar superieur aan veel latere buizen. De "56" is identiek,
op de 2,5 Volt/ 1 A. gloei na. Ben je alleen maar ECC'tjes op je versterker
gewend, zul je de oren niet geloven. Zo schoon ruimtelijk en gedetailleerd.
In een Mu-stage komt 'ie het best tot zijn recht. Ook hier is de levensduur,
door de ruime opbouw en dus lage stressfactor voortreffelijk. En dat heb
ik zelf ondervonden. Er schijnen wat microfonische exemplaren zijn, maar
met de 40-jaren productie die ik gebruik heb ik er geen met problemen. Nog
prima verkrijgbaar. De vraagprijzen vertonen een opgaande lijn. Deze triode
geef ik: 90 punten.
RCA
37: Een heel bescheiden buisje, met de glasvorm van de 27 en
de 76. Een 6,3 Volt gloeispanning is er nodig. Eigelijk is dit de echte
opvolger van de 27 met deze later standaard gloeispanning. De versterking
is ook ongeveer gelijk aan die van het voorbeeld. Deze Cunningham is van
bouwjaar 1943. En heel bijzonder, deze uitvoering heeft een ceramische kathode
die erg fraai opgloeit. De weergave is bijzonder schoon. Van enig ruwheid
in klank is geen sprake. Ik heb ook 37 types van "National Union". Die zijn
wel voorzien van een meer gangbare kathode. Maar klankmatig zijn ze niet
veel minder fraai. Het valt steeds weer op hoe constant de kwaliteit in
die donkere jaren was. De militaire industrie eiste maximale kwaliteit,
lijkt het. Erg mooi spul werd er toen gemaakt. Een probleemloze mooi buis,
waarvan ik de Cunningham's 92 punten geef. De andere zijn kwalitatief
gelijk aan de 76.
Philips
B406: De DHT (Direct Heated Triode) die al ruim twee jaar "vastgeroest"
zit op mijn voorversterker. Zeldzaam maar ontiegelijk mooi. Nog verfijnder
dan de 227 en de 226. Ik kreeg ze per toeval in de schoot geworpen. Met
de stroombronvoeding, die ik op de projectpagina beschrijf, misschien wel
de allermooiste buis die ik tot nu toe op mijn voorversterker had. Steekwoorden:
volbloedig, ruimte, pinpoint, natuurlijk. De productie is al lang geleden
gestaakt. De gevraagde prijzen variëren van redelijk tot compleet idioot.
De buis wordt door mij beloond met 97 punten.
Telefunken
RE084: Ogenschijnlijk gelijk gebouwd als de Philips hierboven.
En populair in bepaalde kringen. Maar ik behoor daar niet toe. Veel dunnere
weergave dan de B406. Bijna schriel. Of het komt door de versterkingsfactor
die 2,5 keer hoger ligt? Ik weet het niet. Zet er maar een heel vet muziekweergevende
eindbuis tegenover. Een dubbelanode 2A3 of zo. Nee, niet geheel mijn kopje
thee.... Maar misschien moet je er meer tijd insteken om er meer uit te
halen. Van mij krijgt 'ie 80 punten.
Cunningham
326: Zo, we zijn weer thuis! Een goede bekende van mij. Schitterende
triode. Gebruik de stroombronvoeding om hem op zijn best en stilst te horen.
Ik ken mensen die een accu gebruiken en er heel tevreden mee leven. Maar
de gevraagde stroom is met 1,05 Ampère hoog. Dan heb je de accu snel leeg.
Zoek je superdetail, pinpoint en een fijnkorrelig geluid, dan is dit je
triode. De latere ST-uitvoering doet alles een streepje minder fraai in
mijn oren. Maar steekt ook ver boven de grijze middelmaat uit. Een beetje
minder body dan de 227 en B406. Verder subliem.
Een verdiende 95 punten.
Tungsol
30 en VT67: In mijn opinie gewoon een baby 26. De 30 trekt maar
60 mA. De VT67, ook wel "30 special" genoemd, trekt het dubbele. Heel praktisch
dus. Maar de kwaliteit is heel volwassen. Hij lijkt veel op de 26. Heel
fijnkorrelig en ruimtelijk. Wel in een Mu-stage gebruiken. De buis kan uiteraard
niet zoveel stroom leveren als de grote broer. De "special" wat meer dan
de gewone. De VT67 heeft een wat voller middengebied, wat meer body. Door
de hogere gloeistroom waarschijnlijk. In een Mu-stage omzeil je die beperking
geheel. Nog verkrijgbaar tegen redelijk geld. Sommige types kunnen wat microfonisch
zijn.
Deze mooie triodes krijgen resp. een volwassen 90 en 92 punten.
Cunningham
CX301A: Eén van de oudste buizen in mijn verzameling. De voorloper
van de 226. Maar met een 5 Volt gloei. En voorzien van een Tungsten kathode/gloeidraad.
Dat is nog vaag door de getterlaag te zien, die de hele buis beslaat. Een
krachtige jongen, in weergave. Wat minder verfijning dan de 226, maar meer
body. Heb je een slappe wat dunne eindbuis, probeer deze 201A of 301A eens
als driver. In de ST-uitvoering als 01A nog heel lang geproduceerd. Deze
DHT hoort gewoon in de top thuis. Ik speel er graag mee. Maar pas op, hij
kán heel stil zijn, maar ik heb ook erg microfonische exemplaren in huis.
Als je een enkel paartje aanschaft is de kans groot dat er één van die laatste
types bijzit (Wet van Murphy). Maar mijn stille exemplaren zijn sublieme
muziekversterkers. Gewoon 92 punten.
Stuurbuizentest deel 1: | Inleiding.... |
Stuurbuizentest deel 2: | Alle buizen op rijtje.... |
Stuurbuizentest deel 3: | Alle buizen op rijtje.... (vervolg) |
Home | Beginpagina van Triode Dick's Page |