Triode Dick's Page
Little Ceasar
Een single ended buizenbak voor alleman...?
Deel 4 (beeldverhaal van de opbouw 1)
Update:17-5-2003

Bij de ‘Little C’ ben ik niet begonnen met de bodem, maar één etage hoger: met de chassisplaat. In dit geval een 3 mm dikke aluminium plaat. De houten omheining werd er later onder geschroefd. Een bodemplaat was al wel gemaakt, van geperforeerd RVS.

Het begint altijd weer met passen en meten om een aantrekkelijke vormgeving te krijgen. Maar wat belangrijker is: de opstelling moet zo worden dat de bedrading effectief en zo kort mogelijk kan worden gehouden.

 

 

Om met de bekabeling onnodig zigzaggend door de kast te gaan is een beetje onzinnig natuurlijk. Met effectief werken is er een ook voor het oog aantrekkelijk geheel te maken.
Hier zie je de componenten los op het chassis opgesteld om de definitieve plaatst te bepalen.

Alle gaten worden afgetekend. Ik zet er zelf direct de maat bij met een watervaste viltstift. De resten daarvan zijn met wat alcohol of spiritus te verwijderen als er geen plastic laag op de plaat zit, zoals hier is te zien, en er direct op het metaal wordt afgetekend. Maar het gaat er om dat we geen 32 mm gat op een plek krijgen waar 3 mm hoort…

 

De voedingstrafo ligt in deze versterker plat, met de aansluitingen door de chassisplaat. Erg handig bij het monteren, maar in den beginne wat arbeidsintensiever. Goed aftekenen, met behulp van een blokhaak, voorkomt dat de trafo scheef op de kast komt te staan. Doe het direct netjes, want een scheve trafo toont oerlelijk.

 

Op de hoeken boor ik een gat en de rest wordt er met de decoupeerzaag (‘wipzaag’, volgens Guido, de maker van de houten behuizingen… Waarom hebben onze zuiderburen toch veel leukere namen voor zulke dingen?)’ uitgehaald. Beetje vet aan de zaag en het gaat als door boter. Let wel op dat je een zaagblad gebruikt wat voor het zagen van aluminium geschikt is.

Dit was het ergste, hoewel, op de achterkant zit nog een vervelend gevormd gat, voor de euro aansluiting voor de netkabel. Met wat boren en vijlen wordt deze klus geklaard.

De gaten voor de buishouders worden met een trekpons gemaakt. Ik weet het, een hele investering als je van plan bent om maar één versterker te bouwen. Wil je niet in ponsen investeren, zul je dit moeten uitbesteden. Ga niet prutsen met de wipzaag of zo. Een hakkelig ruw gat is een doorn in het oog en de versterker zal jarenlang zijn werk doen, wat voortdurende ergernis geeft.

 

 

Alle geboorde gaten en gaatjes worden netjes ontbraamt of verzonken, als het nodig is, met een verzinktolletje.

 

 

 

 

 

Als alles klaar is, heb je een gatenkaas die gereed is om een mooi kleurtje te krijgen. Ik schuur de plaat lichtjes op om de verf goed grip te geven. De walslaag op het aluminium is niet de beste ondergrond voor een duurzame laklaag. Het hoeft echt niet gepolijst te worden, maak je geen zorgen. Krasjes worden mooi afgedekt door de eerste verflaag, de primer, na het ontvetten met wasbenzine. Doe dit secuur. Hiernaast zie je het chassis met de grijze primerlaag.....

De spuitbussen primer, lak en blanke lak die ik gebruik zijn van het merk ‘Motip’, nummers resp.: 04054, 55500 en 04009. Te koop in de autoaccessoires handel. De binnenkant krijgt een laagje primer en een laagje lak, de buitenzijde een laag primer, drie lagen lak en een paar lagen blanke lak. Pas op, de lak is redelijk hard na een dag, maar wordt na langere tijd pas krasvaster. De laagjes worden, een beetje afhankelijk van de werktemperatuur, om de twintig minuten gespoten. Laat na de laatste laag de plaat een dag liggen om voldoende uit te harden voor je aan de montage begint.

En hier zijn de platen klaar voor het mooie werk...

De trafokapjes voor de voedingtrafo’s krijgen dezelfde kleur als het chassis…

 

Het mooiere werk kan beginnen en de versterkers beginnen vorm te krijgen. Ik begin zelf meestal met draaddoorvoer en trafo-ontkoppel rubbertules in de daarvoor bestemde gaten te drukken. Daarna gaan de trafo’s op het chassis. Wees weer voorzichtig omdat de kans op krassen op het chassis altijd aanwezig is. Leg een plaat vlak op tafel en let even niet op een verdwaalde scherpe boorkrul, en hopla, een kras…. Moeten we zien te voorkomen….

 

 

 

De voedingstrafo niet té vast zetten. Anders heeft mechanisch ontkoppelen op rubbers niet veel zin. Een drupje ‘Loctite’ of ander borgmiddel zorgt voor een vaste verbinding die later eventueel wel weer los kan.

De buishouders voor de noval buizen (ECC99 en D3a) kunnen zonder omweg op het chassis geschroefd worden. De octal buishouders netjes centreren voor het ‘ vast is vast’ schroeven.

De buishouders voor de 300B hebben even aandacht nodig omdat de voet van de buis dóór het chassis valt. Gebruik de eindbuis zelf (voorzichtig) als centreerhulp. De buishouder komen enkele millimeters onder de plaat door een extra moertje en wat ringetjes te gebruiken.

De huidige generatie UX4 buishouders kunnen anders gemakkelijk sluiting geven tussen de bolle klinknagel, die gebruikt worden om de verende contacten vast te maken, en de chassisplaat.

 

Een paar papieren of kunststof ringen zorgen ervoor dat het harde materiaal waarvan de buishouder is gemaakt, wordt ontlast. Niet harder aandraaien dan nodig. Een druppeltje Loctite tussen boutje en moer werkt effectief.

 


Morgen knutselen we weer verder……
Little Ceasar deel 1 Inleiding en beschrijving...
Little Ceasar deel 2 Beschrijving vervolg....
Little Ceasar deel 3 Beschrijving vervolg....
Little Ceasar deel 4 Beeldverhaal van de opbouw (deel 1) ...
Little Ceasar deel 5 Beeldverhaal van de opbouw (deel 2) ...
Little Ceasar deel 6 Beeldverhaal van de opbouw (deel 3) ...
Little Ceasar deel 7 Valt er nog wat te tweaken? Reken maar...
   
   
Schema versterker Het schema van de versterkers
Schema voeding Het schema van de voeding
Onderdelenlijst Versterkerkerdeel
Onderdelenlijst Voedingsdeel
   
Trafoset en JJ buizen www.ae-europe.nl
Black Gate elco's www.acoustic-dimension.com
KR buizen www.eurogram.nl
TJ buizen www.audionote.nl