Triode Dick's Page
Wordt er hier nog getweakt of niet? De echte audiofiel ontsnapt
er niet aan: het regelmatige opduikende upgradespook. De niet-zelfbouwer
koopt complete apparaten, de doehetzelver doet het subtieler, en begint
op componenten niveau, waarmee een veel verfijndere gradatie van tweaken
binnen bereik is. De man die zelf de handen uit de mouwen steekt heeft
dus weer een streep voor. Een virus waar zo’n beetje iedere audiohobbyist
wel aan ‘lijdt’ is er in verschillende gradaties: van onschuldig
en plezierig tot zorgwekkend… Is er een dokter in de zaal?... Binnen de laatstgenoemde categorie is het een dwangmatige, aan het ongezonde grenzende, neurotische drang geworden. Lekker relaxt genieten van de al verworven kwaliteiten van de muziekinstallatie is er niet meer bij. Steeds weer dezelfde muziekfragmenten (van zogenaamde audiofiele CD’s of vinylalbums) uit de veel te kleine muziekverzameling worden afgespeeld, om met een vergrootglas naar minieme onregelmatigheden proberen te speuren. Dit soort mensen herken je aan de krampachtige wijze van luisteren. Met stramme rug en strenge blik in de ogen wordt er van muziek ‘genoten’. Nooit is het goed, en altijd is er wat te klagen. ‘O, daar had de viool net een randje’, of: ‘mmm, het podium is toch dertig cm minder diep dan dat het hoort’. Dit type mensen ga ik, als het even kan, uit de weg, dat mag je best weten. De andere, de echte
hobbyist, de liefhebber, krijgt na verloop van tijd ideetjes om eens een
andere condensator, wat bedrading, weerstandjes enz. te wisselen om het
geluid wat bij te slijpen, een beetje te tweaken, naar eigen inzicht en
smaak bij te schaven. Maar voor alles wordt er dagelijks genoten van muziek
uit de ruime platen en/of CD verzameling. Want daar draait het immers
om: de muziek. Onrust... Te weinig jongens, die
met zelfbouw bezig zijn, hebben een grondige kennis van elektronica, weten
vaak nauwelijks wat de ‘Wet van Ohm’ is, misschien net wat
een multimeter is (wat iets anders is dan weten hoe het wérkt),
en bij het woord ‘ Oscilloscoop’ zie je een blik of er ergens
water brand… (ik overdrijf een beetje om de zaak duidelijker te
schetsen, voel je dus niet aangesproken als je niet helemaal (of helemaal
niet) tot deze doelgroep hoort.) Wat kan er aan de Little C nog gedaan worden?... Ik had deze Little Ceasar bedacht als niet moeilijk te bouwen project, wel een serieus ontwerp, maar vooral een overzichtelijk apparaat om te kunnen bouwen. Als opvolger voor bijvoorbeeld een Annastasia versterker. Want als de upgrade drang komt, kun je nog zo blij zijn met je mooie versterker, de volgende moet een stapje verder. Maar wat bleek al ras, de Little C werd een veel mooier apparaat dat ik zelf verwacht had. Ik kan er met veel plezier naar luisteren, weken lang als het nodig is. Terwijl er toch veel kostbaardere, en absoluut mooiere versterkers bij mij op de plank staan. Maar de kleine Ceasar maakt gewoon veel muziek, en weinig drang om de netschakelaar over te halen om er snel weer een betere (lees: veel duurdere) versterker neer te zetten. Little C is een versterker waar ik best trots op ben, een muzikaal en aaibaar apparaat. Het kost maar een fractie van de tijd (en geld) om deze versterker te maken in vergelijk een grote klus als de Attilla versterker is. En is Attilla nu zes keer zo goed als Little C? Om de drommel niet. In de audio moet je voor 20 procent verbetering (of hoe je het ook uit moet drukken) een investering van tig keer meer doen. Zo is het ook met de Little Ceasar. Een versterker met veel van de kwaliteiten van de grote broers. Toen ik van de ‘schrik’ bekomen was wat die deze versterker me liet horen, na een aantal weken op continu draaien, ben ik eens gaan kijken naar wat upgrades. Er zit in de basis al mooi spul verwerkt, maar hier en daar kan er nog wel winst geboekt worden.
Het eerste waar je dan aan denkt is iets doen met de gelijkrichtbuis. Er is behoorlijk veel keus op dat gebied. Ik heb goede ervaringen met de JJ GZ34, die mooi stevig gemaakt is, en met de Russische buis waar ik het type zo niet van kan thuisbrengen, maar die elektrisch veel op een 5U4 lijkt. Maar, helaas, de oude steeds schaarser wordende GZ37/CV378 vind ik in deze versterker het mooiste. Via via heb ik nog een paar setjes voor redelijk geld te pakken kunnen krijgen, maar ze zijn momenteel flink aan de prijs. De Rus is in mijn oren het beste alternatief. Kan ik prima mee leven. De JJ is niet verkeerd, maar geeft een iets harder en minder diep beeld. Wel veel waar voor zijn geld. Oude USA productie 5U4 en 5R4 kan ook zonder meer gebruikt worden. Kies de buis die je zelf goed vind klinken. De voedingscondensatoren zijn altijd een dankbaar upgrade mogelijkheid. De basis JJ elco’s blijken echter uitstekende audiofiele kwaliteiten te hebben, boven de gemiddelde condensator. Hier zal dus diep in de knip moeten worden getast om een acceptabele winst te boeken. Een paar Black Gate WKZ dubbel c’s maken de knip al snel 170 euro lichter. Is dat het waard? Veel geld, maar er wordt in onze audiohobby vaak meer geld uitgegeven voor minder winst. Ik vind dit een upgrade die de versterker beter maakt. De winst zit in het totaalbeeld. Meer body, mooiere totaalbalans. De Black Gate WKZ heeft tijd nodig, meer dan gemiddeld. De eerste uren is het geluid plat, wat bedompt en ruwig, daarna klaart het langzaam op. De eerste drie a vier dagen (ik heb het over een versterker die op continu bedrijf staat, 24 uur per dag) wordt al flinke winst geboekt, daarna suddert het nog een tijdje door. Maar ik schat het optimale punt zeker op een paar honderd uur vanaf de start. Als je een ingespeelde BeeGee omwisselt met een ongebruikte, schrik je behoorlijk… Maar er is er nog eentje die mij meer en meer gaat bevallen: de ‘oude’ Elna Cerafine. Als ik eerlijk moet kiezen, en alleen omdat ik ze toevallig nog heb, vind ik dat de mooiste in het totaalbeeld van de Little C. Ik weet dat het weinig relevant is omdat deze Cerafine dubbel c al een tijd uit productie is en voor de restvoorraden veel geld wordt gevraagd. Ontzettend jammer dat Elna deze fraaie condensator niet meer maakt. Maar heb je toevallig een paartje liggen, niet dralen maar gebruiken. Je bent klaar met de voeding. Opvallend misschien,
maar in de Big C versterker gaat mijn voorkeur uit naar Black Gate WKZ,
die daar een neuslengte voor heeft op de Cerafine. Het is het totaalbeeld
wat de voorkeur bepaald. Net iets meer body of net wat meer pinpoint weergave.
In de kleine Ceasar slaat mijn persoonlijke voorkeur net door naar de
Cerafine. Het blijft een boeiende hobby, dat tweaken….
Koppel condensatoren
zijn een net zo makkelijke tweak. Ook alleen condensatoren met werkervaring
toepassen als het om een direct vergelijk gelijk tussen meerdere types
en merken gaat, anders een nieuwe c ruim de tijd geven om open te bloeien..
Zelf ben ik erg blij
met de Auricaps. Die dingen hebben alles
wat een audiofiele condensator moeten hebben. Transparant en volbloedig.
Deze condensator voegt weinig toe en laat niks weg. Bovendien hedendaagse
productie en netjes geprijsd. Onder de oude voorraden
olie c’s zijn juweeltjes te vinden. Gebruik wel types van onbesproken
elektrische kwaliteit naar vooral de eindbuis. Een lekkende c kost je
gegarandeerd een 300B. Sprague vitamin Q,
Aerovox, Westcap,
Sangamo en Icar
zijn een paar merken. Eigenlijk moet je ze stuk voor stuk toch even checken
op lek. De prijzen zijn vaak overdreven hoog. De nieuwe Audio Note papier in olie condensatoren zijn niet goedkoop maar bijzonder mooi. Ze worden in tegenstelling tot een paar jaar geleden niet meer door Jensen in Denemarken gemaakt. De nieuwe herken je aan de koperfolie mantel. Ze zijn vooral veel accurater dan de oude. Een vleugje rondheid, maar ook body, pinpoint en transparant. De al jaren populaire Jensen pio is niet mijn eerste keus. Niet in de aluminium en niet in de koperen versie, die ik wel mooier vind. Ik vind ze te honingkleurig van geluid, en dat gaat ten koste van detail en pinpoint in de weergave. He smeert te veel. Soms komt het Jensen karakter van pas, maar meestal is het te veel van het goede. Maar zoals gezegd, anderen zijn er gek op. Er is een nieuwe cap aan het firmament: de ‘Jupiter’ condensator. Een pio ingegoten in bijenwas. Het ziet er uiterlijk wat vettig uit, maar ze verder netjes gemaakt. Klankmatig vind ik het een topper. Ietjes ronder in het hoog dan de Auricap, maar de Jupiter blijft ver van de overdreven mooimakerij van Jensen caps. Dat zoiets nog gemaakt kan worden anno nu is schitterend. Want echt grote productieaantallen haal je niet in de wereld van de buis. Hoort zonder meer bij mijn persoonlijke favorieten. De prijs is aantrekkelijk. Audyn, Solen MKP cap. Vergeet die als koppel condensator, is mijn persoonlijke mening. Dunnig, hard, plastic. Prima in speakerfilters, goed als voeding c, maar matig als koppel condensator in een versterker. De tinfolie uitvoering is in tegenstelling niet dun van klank, maar heeft gebrek aan leven. Gebruikt in een speakerfilter zijn ze fantastisch. Houdt ze daar voor. En zo zijn er nog veel
meer merken en types, ik heb er maar een paar uitgelicht. Zelf proberen
is de allerbeste manier, vergeet dat niet. En vergeet niet dat ‘anders’
niet ‘beter’ hoeft te zijn. De
spanning versterkt...
De eindbuis is andere
koek. Ze heten allemaal 300B, maar de verschillen zijn groot en de keus
moeilijk, ook gezien de grote prijsverschillen. En even eentje proberen
is er niet zo maar bij. Ik heb ze stuk voor stuk in de Little Ceasar gehad. De JJ is absolute waar voor zijn geld. Goed gebouwde buis, robuust geluid, beetje koeltjes. De TJ is een ontdekking. Verfijning, transparant. De laagweergave is wat terughoudend, maar schoon. Dit is een van mijn oogappeltjes onder de 300B’s geworden. En de vraagprijs is realistisch. De nieuwe AVVT generatie. Krachtig laag. Niet de schoonste fijnezinnigste weergave. De betrouwbaarheid baart zorgen. Moeilijk geval. Valve Art is het voorbeeld van de hedendaagse Chinese productie dat laat zien dat er wel duurzame kwaliteit gemaakt kan worden. Niet de meest fijne weergave, wat ruwig, wat dun en een minder diepe weergave. Maar een goede prijs en betrouwbaarheid. Vaic, vandaag de dag Emission Labs viel me niet mee met zijn 300B. Of dit aan de oudere productie ligt? Zal best kunnen. De 300BXLS die ik ook heb is klasses beter, zelfs als die op deze versterker op gewone 300B instelling wordt gebruikt. De woorden die in me opkomen: Zompig, niet open, ongeïnspireerd. Svetlana maakt al weer een jaar of vijf 300B’s en ze doen dat verdienstelijk. Het is niet de meest subtiele buis die ik ken, maar het is een prettige buis. Svetlana claimt een kopie te zijn van de WE. Dat is marketing taal. De wens is de vader van gedachte… De KR-Audio 300B. De buis met het globevormige glas. Ik heb me al minder positief uitgelaten over de KR prijzen, die plots onredelijk zijn gestegen, verdubbelt zelfs. Kijk ik puur naar de kwaliteit van deze 300B dan kan ik niks anders zeggen dan dat ik diep onder de indruk ben. KR overtreft zichzelf. Deze buis heeft alles: verfijning, veel kracht, transparant, groot podium, speels gemak. Inderdaad, het enige nadeel is de vraagprijs… De beste 300B die ik thuis heb of had. Als de Western Electric 300B komt, krijgt die ook ruim speeltijd op de Little C. De Little Ceasar is
in de standaard versie een meer dan fijne versterker. ‘Opgevoerd’
met Black Gates (of Cerafines), en KR 300B globes stijgt deze buizenbak
boven zichzelf uit. Epiloog... Voor de duidelijkheid
zeg ik er wel even bij dat de ‘luxe’ uitvoering van de versterker
de totale bouwkosten minstens zal verdubbelen. Dan mag en moet er ook
een flinke hoorbare vooruitgang zijn… Ga er mee aan de slag als
je er aan toe bent. Tweaken is één van de leukste bezigheden
in onze hobby… |
|