Triode Dick's Page
MonoBill
...of toch liever monoblokken?...
deel 2
update: 12-8-2006

 

Het leven na de fasedraaier...

Zo, de voortrap werkt naar wens, gaan we verder met de eindtrap. Het heerlijke van monoblokken is dat het er allemaal zo simpel uitziet. Geen overvolle kast, maar een opgeruimd overzichtelijk binnenleven. De voedingchoke, verreweg het grootste component in de kast, heeft een plaats binnenin gekregen. De twee (gaatjes) printen zijn voor de instelling van ruststroom (bias) van de eindbuizen en voor het voeden van de stroombron. Daar wil ik in de volgende te bouwen versterker een betere oplossing voor maken. Een nette print waar beide voedingen een plekje op vinden. Dat maakt betrouwbare nabouw ook nog zekerder dan het nu al is.

We hoeven nu maar twee eindbuizen van een negatieve voorspanning te voorzien, dat houdt de schakeling overzichtelijk.

 

De stroom door de eindbuizen kun je meten met behulp van een klein weerstandje van 1 Ohm in de kathodes van de KT88's. Een uitlezing van 60 mV op je meter komt dan overeen met 60 mA door de buis. Inderdaad, daar is 'ie weer, onze Wet van Ohm...

Het is een goed idee om zowel de (instel) potmeters bereikbaar van buitenaf te maken en een meetbus bovenop het chassis te zetten. Ik heb bij Conrad van die mooie busjes gekocht waar een meetpen in past.

Ik heb het zelf nog niet gedaan in de versterker op de foto's, maar in een nog in aanbouw zijnde MonoBill gaat dat er standaard in. Een opvallend positief punt is overigens wel dat de ruststroom mooi stabiel blijft, ook na vele honderden uren gebruik. Bij het voor de eerste keer in gebruik nemen van de versterker zorg je dat de negatieve rooster spanning (de nrs) zo veel mogelijk negatief staat, of anders gezegd: zo laag mogelijk. Check dit door daadwerkelijk op de roosteraansluitingen van de eindbuizen te meten. Is de maximale negatieve spanning aanwezig, dan kan de versterker nooit meer door het lint gaan bij het inschakelen van de hoogspanning. Dan draai je de buizen op 60 mA en laat het vervolgens mooi voor wat het is. Na een minuut of 10 nog eens controleren. Ga niet als een gek lopen te draaien aan die potmeters. Na een uur warmlopen maak je de definitieve instelling. Als je na een week of twee weken nog even de boel na loopt zal het opvallen dat de instellingen meestal helemaal geen naregelen meer nodig is. De potmeters zijn zo aangesloten dat als de loper (het pijltje van de potmeter) het af laat weten, de stroom automatisch op een lagere instelling gaat. Mocht je onverhoopt een paar KT88 buizen in de versterker hebben die meer negatieve spanning nodig zijn dan met de voeding gemaakt kan worden, maak dan weerstanden R3 en R5 wat kleiner (in de tekening hierboven, niet in het 'grote' schema).

De voeding...

De voeding is niet veel anders dan die in de Bill versterker, op een paar details na. In het schema zie je een MKP in olie condensator als ontkoppeling van de voortrap. Dat is puur op klank uitgezocht. JJ elco's hebben een mooi zijdeachtig karakter. Ze hebben niets van de soms wat hard overkomende klank van normale elco's. Als je ze vergelijkt met de verder ook goed gewaardeerde en veel gebruikte elco's van BC Components, de oude Philips, hebben de laatste een wat schreeuweriger klankkarakter. Als dat toevallig uitkomt in het versterkerconcept maakt dat niks uit, maar ik ben de JJ klank eigenlijk steeds meer gaan waarderen. Maar soms kan het ook een beetje te veel van het goede worden, en dat vond ik hier het geval. De versterker klonk me wat te braaf, mocht wat meer bite hebben. En toevallig had ik prima ervaring opgedaan met de MKP olie condensatoren die bij Conrad verkocht worden, gefabriceerd door het Italiaanse Icar. Ik gebruik ze ook in de Cleo V en Attilla versterkers. Het vervangen van de voortrap ontkoppeling door de Icar C gaf me wat ik wilde. Het leuke is dat de omvang van de Icar exact dezelfde is dan die van de JJ dubbelelco. Het gaat echt niet om een verschil van dag en nacht, maar om een subtiele tweak. Als je een luidspreker gebruikt met een wat precenter karakter vind je de JJ misschien wel de betere... Tweaken is een onderdeel van de audiohobby en zelfbouwen maakt het toegankelijk. Het staat ieder vrij om ook eens bijvoorbeeld een Black Gate WKZ in te zetten. Wie weet... Je ziet dat de boutaansluiting er af gezaagd is (voorzichtig aan) en de belettering er af is gepoetst.

Verder is er weer die geweldig goede 500uF elco van JJ gebruikt, dat vind ik een klasse ding. De tijd dat wat grotere capaciteiten slome rotjoekels waren gaat al een tijdje niet meer op, met dank aan de schakelende voedingen en computer techniek. Deze 'groter dan normaal' jongen laat dat dubbel en dwars horen. Het geeft de versterker vlees, bloed en spierballen. Als je vermogen wilt, moet de voeding dat wel kunnen leveren, of verwacht je dat de kanonnen in de 'Overture solenelle 1812' van Tchaikovski uit zichzelf uit de speakers bulderen. De stroom die je speaker op het moment van onsteken nodig heeft moet in eerste instantie uit de voeding van de versterker komen. Stort die in, worden de kanonschoten klappertjes pistooltjes. In vroegere tijden was ik terughoudend met elco's, misschien ook wel terecht destijds, ze zijn behoorlijk beter geworden, met name in de bandbreedte. Ik gebruikte kleinere capaciteiten, meestal MKP's. Prima spul, geen kwaad woord daarover, maar de versterkers hadden zeker niet die drive op de speaker die ik nu heb. Als ik wat 'terug blader' in de tijd zie ik dat met name de voedingcapaciteit veel groter is geworden in vergelijk met mijn oude amps.

De overige componenten...

Alle weerstanden zijn carbon. Let wel op dat de weerstanden voldoende vermogen kunnen dissiperen. Met name de anodeweerstanden van de beide ECC99 fasedraaierhelften verstoken redelijk veel vermogen door de hoge spanningval die er valt. De anades staan op ongeveer de helft van de voedingspanning. Een weerstand mag natuurlijk altijd van een hoger wattage zijn dan aangegeven is in het schema. Ik heb zelf een redelijke reserve ingebouwd. Verkijk je er niet op hoe warm een weerstand nog wordt bij een verstookt vermogen dat ruim onder de door de fabrikant aangegeven maximale vermogen ligt. Heb je bijvoorbeeld een weerstand van 5 Watt, en verbruik je maar 2 Watt, dan kun je je vingers al nauwelijks meer aan de weerstand lijden. De temperatuur zit zo op 40, 50 graden Celcius. Dat mag de weerstand wel hebben, maar lekker is anders... Bij een statische belasting houd ik graag een vuistregel van 1:4 aan.

 

 

MonoBill deel 1 Beschrijving (inleiding)
MonoBill deel 2 Beschrijving
MonoBill deel 3 Opbouw van de versterker deel 1
MonoBill deel 4 Opbouw van de versterker deel 2
Schema 1 Versterker schakeling
Schema 2 Voedingschakeling
Metingen Metingen aan de versterker
Bonusfotomateriaal Nog wat losse foto's van de versterker
Links: Waar kocht ik de onderdelen voor MonoBill...
www.ae-europe.nl De maker van de trafoset en leverancier van buizen, behuizing, condensatoren etc.
www.conrad.nl Schakelaars, cinchdelen, netdelen enz
Duncan's amp pages Mooie software voor buizenliefhebbers..
   
Home Terug naar de Triode Dick homepage...